Chef Hendrik Dequeker van het Brugse Locàle deelt een heerlijk zoet recept…
Ingrediënten:
1 appel
4 eetlepels bruine suiker
4 eetlepels appelmousseline
1 vel bladerdeeg
4 eetlepels suikersiroop
Boter
Combineer deze appelroosjes met een bolletje vanille-ijs voor een bijzonder smaakvolle combinatie
Bereiding:
Verwarm de oven voor tot 170 °C.
Snijd de ronde kanten van het bladerdeeg, zodat je een vierkant krijgt. Snijd het vierkant in 4 gelijke repen.
Splits het ei. Klop de eierdooier los met een scheutje water.
Strijk het bladerdeeg licht in met losgeklopt ei en strooi er een beetje bruine suiker over.
Snijd de onder- en de bovenkant van de appel en snijd hem dan in kwarten. Verwijder het klokhuis en snijd de kwartjes in flinterdunne plakjes met een rasp of mandoline.
Leg de appelplakjes dakpansgewijs en met de ronde kant naar boven op de repen bladerdeeg. Leg er een tweede laagje appel op. Houd onderaan ongeveer 1 centimeter vrij en aan de zijkant 2 centimeter. Duw de zijkant een beetje plat, zodat je het roosje straks gemakkelijk kan sluiten.
Leg een streep appelmousseline aan de onderkant van de appelplakken.
Vouw de onderste rand naar boven. Bestrijk met losgeklopt ei en strooi er wat bruine suiker over.
Rol de reep voorzichtig op tot een roosje. Bestrijk de buitenkant met losgeklopt ei.
Beboter een muffin- of cupcakevorm en zet er de gebakjes in.
Bestrijk de appeltjes bovenaan de roosjes met suikersiroop.
Bak de roosjes ongeveer 30 minuten in de voorverwarmde oven.
Haal de roosjes meteen uit de vorm.
Photography by Piet De Kersgieter